Multimeter uitleg


Hoe gebruik je een multimeter

Een multimeter is een zeer nuttig instrument als je serieus aan de gang wilt gaan met de elektronica hobby. Door middel van een meerkeuzeschakelaar kan de meter zo ingesteld worden dat deze weerstand, voltage of amperage meet. Sommige multimeters hebben zelfs instellingen waarmee diodes, transistors en frequenties kunnen worden gemeten.

Een multimeter heeft verder per meetonderwerp verschillende meetstanden waar binnen gemeten kan worden. Zo kan voltage zowel in wisselstroom (AC) en gelijkstroom (DC) worden gemeten.

Het kiezen van een multimeter

Een goedkope multimeter is prima geschikt voor algemeen gebruik bij je elektronica projecten. Een dergelijke digitale multimeter is de beste keus als eerste multimeter. Zelfs de goedkoopste multimeter is prima geschikt voor het testen van simpele projecten.

Er bestaan ook analoge multimeters. Deze hebben een wat ouderwets aanziende meter met wijzer. Als je een dergelijke meter koopt let er dan op dat deze een hoge sensitiviteit heeft van 20k/V of hoger bij het meten van DC voltages. Is dit lager dan is de meter niet geschikt voor fijne elektronica. De sensitiviteit staat meestal in een hoek van de meetschaal. Je kan de lagere AC waarden negeren want deze zijn niet zo belangrijk. De hogere DC waarde is de kritieke waarde. Kijk uit voor goedkopere analoge multimeters die verkocht worden voor metingen aan b.v. je auto. De gevoeligheid van dergelijke meters is te laag.

Hieronder beschrijven we de digitale en analoge multimeter nader.

Digitale multimeters

Alle digitale meters bevatten een batterij om voornamelijk het display te voeden. Ze gebruiken dus feitelijk zo goed als geen energie van het circuit dat je aan het testen bent. Dit betekent dat ze bij het DC voltage een zeer hoge weerstandswaarde hebben. Dit wordt ook wel ingang impedantie genoemd. Deze impedantie is 1M of hoger en zelfs vaak wel 10M. Hierdoor is het zeer onwaarschijnlijk dat een meting het geteste circuit verstoord en dat moet je nu net hebben.

hoe werkt een digitale multimeter? Uitleg bij budgetronics
digitale multimeter

Typische meetbereiken voor digitale multimeters zijn:
(de maximaal gegeven waarden zijn de maximale waarden per meetbereik)

   * DC Voltage: 200mV, 2000mV, 20V, 200V, 600V.
   * AC Voltage: 200V, 600V.
   * DC stroom: 200µA, 2000µA, 20mA, 200mA, 10A*.
   * AC stroom: geen. (dit heb je normaal gesproken ook niet nodig)
   * Weerstand: 200, 2000, 20k, 200k, 2000k, Diode Test.

Digitale multimeters hebben een speciale diode test stand omdat hun weerstandbereik niet gebruikt kan worden om diodes en andere halfgeleiders te testen.

Analoge multimeters

Analoge meters gebruiken een klein beetje energie van het circuit dat getest wordt om de wijzer aan te sturen. Zoals al eerder gezegd moeten ze dus een hoge gevoeligheid hebben van minstens 20k/V want anders kunnen ze een te testen circuit in de war sturen waardoor de uit te lezen waarden niet accuraat zijn.

analoge multimeter
multimeter met analoge schaal

Analoge meters hebben ook batterijen die energie leveren voor het meten van de weerstand bereiken. Deze batterijen gaan vele jaren mee maar je moet er wel altijd alert op zijn om de multimeter niet op de instelling te laten staan voor het meten van weerstand. Als de twee meetpennen elkaar raken loopt de batterij leeg. Er is niets zo vervelend als je bezig bent met een elektronica project en je merkt dat de batterijen leeg zijn. Meestal zijn er dan ook vaak geen vervangende batterijen voorhanden.

Typische meetbereiken voor analoge multimeters zijn:

   * DC Voltage: 0.5V, 2.5V, 10V, 50V, 250V, 1000V.
   * AC Voltage: 10V, 50V, 250V, 1000V.
   * DC stroom: 50µA, 2.5mA, 25mA, 250mA.
     Een hoog stroombereik mist vaak op dit soort type meters.
   * AC stroom: geen. (dit heb je normaal gesproken ook niet nodig).
   * Weerstand: 20, 200, 2k, 20k, 200k.
     Deze weerstand waarden staan per bereik in het midden van de schaalverdeling.

Het is een goed idee om een analoge multimeter altijd op een DC volt stand te zetten als deze niet gebruikt wordt. Het is namelijk minder waarschijnlijk dat de meter wordt beschadigd bij deze meetstand. En waarschijnlijk is het ook de stand die je het meeste gebruikt.

Het meten van voltage en stroom met een multimeter.

Selecteer een meetbereik met een maximum dat groter is dan wat je verwacht te meten.

  1. Sluit de meter aan en zorg er voor dat de meetsnoeren correct zijn aangesloten. Zwart is de min en rood de plus. (Digitale meters kunnen overigens veilig verkeerd om worden aangesloten maar analoge meters kunnen beschadigen).
  2. Als de meting voorbij het meetbereik gaat: Stop onmiddellijk met meten

Multimeters kunnen makkelijk beschadigd raken door ondeskundig gebruik.

Neem daarom de volgende voorzorgsmaatregelen:

   * Voordat je de meetbereikschakelaar verzet stop je altijd eerst met meten.
   * Check altijd eerst de instelling van de meter voordat je gaat meten.
   * Laat een multimeter, na de meting, nooit staan op een stroombereik (amperage). De meter kan op deze stand eerder defect raken.

Het meten van een voltage

Als je een circuit test moet je vaak het voltage meten op verschillende enkele punten. Dit kan verwarrend zijn want waar moet je nu het tweede meetsnoer aan verbinden?

   * Verbind het zwarte meetsnoer met negatief (-) aan 0V. Normaal gesproken de negatieve aansluiting van de batterij of voeding.
   * Verbind het rode meetsnoer positief (+) met het punt waar je het voltage wilt gaan meten.
   * Het zwarte meetsnoer kan permanent verbonden blijven met 0V terwijl je met het rode testsnoer het voltage op de verschillende punten meet.
   * Je kunt b.v. een krokodillenklem gebruiken om het zwarte meetsnoer met 0V te verbinden tijdens het testen.

Voltage meten op een punt betekent in feite dat je het voltage verschil tussen het te meten punt en 0V meet.

Het meten van weerstand

Om de waarde te meten van een weerstand mag deze NIET verbonden zijn in een circuit. Als je toch probeert een weerstand in een circuit te meten dan krijg je een verkeerde meting en je kunt de multimeter beschadigen.

De meettechniek voor het meten van weerstanden is voor de twee type meters verschillend. Daarom wordt dit hieronder voor ieder type apart beschreven.

Het meten van weerstand met een digitale meter.

Stel de meter in op een meetbereik met een weerstandwaarde die hoger is dan wat je verwacht te meten.

  1. Laat de twee meetpennen elkaar aanraken en check dat de meter een 0 aangeeft.
  2. Meet de weerstand door aan beide zijde van het onderdeel een meetpen te plaatsen. Raak niets met je vingers aan want dan krijg je een verkeerde meting.

Het meten van weerstand met een analoge meter.

Het weerstand meetbereik van een analoge meter staat meestal bovenaan op de schaalverdeling. Het is een wat ongebruikelijke schaalverdeling omdat je hem achterstevoren moet lezen en het is geen lineaire schaal (gelijk verdeeld). Dit is niet handig maar dit is nu eenmaal zoals dergelijke meters werken.

  1. Stel de meter in op een geschikt weerstandbereik.
     kies een bereik waarvan je de weerstandmeting verwacht in de buurt van het midden van de schaalverdeling.
  2. Laat de twee meetpennen elkaar aanraken en check dat de meter een 0 aangeeft. Gebruik de instelknop aan de voorkant van de meter om op 0 in te stellen. Dit calibratiepunt is meestal met “0 ADJ” gelabeled.
  3. Plaats het onderdeel tussen de meetpennen en zorg dat je vingers het te meten punt niet aanraken.

Het lezen van de analoge schaalverdeling

Voor weerstandsmeting gebruik je dus de bovenste schaal, onderwijl rekening houdend met het feit dat het een wat ongebruikelijke schaalverdeling is die je achterstevoren moet lezen en die niet lineaire (gelijk verdeeld) is.

Check de instelling van de instelknop meetbereik om te weten met hoeveel je de meting moet vermenigvuldigen.

Bijvoorbeeld de meting geeft 26 aan dan is de weerstand bij de twee voorbeeldstanden:

× 10 bereik: 260
× 1k bereik: 26k

Het testen van een diode met een multimeter

   * Digitale multimeters hebben een speciale instelling voor het testen van diodes. Normaal gesproken aangegeven door het diode symbool.
   * Sluit het rode meetsnoer aan op de anode (+) van de diode en het zwarte meesnoer aan de kathode (-). De diode zal moeten geleiden en de meter zal een waarde aangeven.
   * Sluit de diode nu andersom aan waarbij de diode NIET mag geleiden en de meter mag geen waarde aangeven.

Dit zijn de belangrijkste aandachtspunten bij het gebruik van een multimeter. Houd de regels in acht en je hebt lang plezier van je multimeter.